Herinnering van Jacques van Es

Toen ik in een emailwisseling aan Jacques vroeg of hij zich die rare gekleurde stukken in de broekspijpen nog kon herinneren kwam er een heel lang verhaal terug. Dat brengt weer zoveel in herinnering dat ik het graag met jullie deel.

Van Jacques van Es:

Je had 2 verschillende groeperingen. De ene waren de vetkuiven/nozems met leren jasjes en de anderen de mods of pleiners geloof ik. En die hadden van die Beatlekopjes.
De eerste groep reed op de bromfietsen Kreidler Florett, Zündapp, Batavus Whippet, Typhoon enz. De ander groep reed op Puch en Tomos; met hoog stuur, afgezaagd spatbord en groot achterlicht.
Die laatste groep had het ingenaaide stuk in de spijkerbroek. Het leuke is dat je dergelijke broeken tegenwoordig weer ziet.

In 1965 hoorde ik ook bij die eerste groep met een Typhoon (een schitterende Italiaanse bromfiets).
Ik zag op de foto's dat ik in 1966 al verstandig was geworden en die stomme kuif had afgezworen. De bromfiets echter nog niet.

Na het behalen van het rijbewijs in '67 kwam ik voortaan op zondagavond/maandagmorgen naar Rotterdam gereden in een Fiat 600. Vaak reed Jan de Schipper mee. Het was een oude auto waar de deuren nog naar achteren open gingen (levensgevaarlijk). Ik weet nog goed dat ik een keer over een spoorwegovergang reed en mijn deur in de veiligheidssluiting viel. Ik was zo dom om te proberen de deur even open te doen en weer dicht te trekken. Dat moet je dus niet doen, want de rijwind pakte gelijk achter die deur en die vloog helemaal open. Ik hing dus helemaal buiten de auto en had gelukkig het besef om mijn voet van het gas te halen. Jan heeft me toen weer naar binnen getrokken.

Na de Fiat 600 kwam de BMW cabriolet. Wellicht kan de dochter van Dhr. Jabaaij zich die ook nog herinneren, want die heeft er wel eens in mee gereden. Samen met een vriendin of nicht?? met dat lange blonde haar.
Ik weet nog goed dat ik bij een sportweekend in Vierhouten het terrein wat te hard ben opgereden en via de geluidsinstallatie vermanend werd toegesproken.

Ik las ook het verhaal over de waterballetten. Ik kan me nog goed herinneren dat ik 's avonds thuis kwam van het werk en via de poort de tuin in kwam.
Een aantal van die gasten hadden me zien komen in pak met stropdas (was toen verplicht achter het loket) en besloten om me van elke verdieping de volle laag met de brandslang te geven.

“Wasbak speciaal” was trouwens ook een geliefd tijdverdrijf. Je werd dan languit in de lange zinken wasbak van de wasruimte gelegd en alle kranen gingen open. Veel geintjes kwamen van de jongens die terugkwamen uit militaire dienst.
's Avonds laat thuis komen en onder de strakgetrokken lakens van je bed een aantal limonadeflesjes vinden gevuld met water.
Je weet van tevoren al dat alles zeiknat wordt, want als je de deken wegsloeg donderden er altijd wel een paar flesjes om.

Ik weet ook nog dat we met een groot aantal ziek waren. De ruimte in de kelder, waar de tafeltennistafel stond, is toen ingericht als ziekenboeg.

Af en toe ging een aantal van ons naar de soos, waar volgens mij de maatschappelijk werkster ons nog al in de gaten hield.

Ook van het drinkgelag kan ik me nog wel het nodige herinneren. En het was niet altijd op vrijdagavond.
Ik weet nog dat ik direct na het "feestje" naar het werk ging (ook het kantoor tussen dat huidengeval en Stokvis). Mijn toenmalige baas zag dat er van werken niet veel terechtkwam. Men heeft toen een bed gemaakt van een aantal postzakken en daar heb ik mijn roes uitgeslapen.

En strafcorvee heb ik ook genoeg mogen meemaken. Tot aan het moment dat ik de sleutel van de voordeur kreeg (die ik volgens mij samen met een sleutelhanger van Rietschoten en Houwens nog steeds aan een sleutelhanger heb hangen), want dan hoefde je tenminste geen avondpermissie meer te vragen. Ik weet dat ik te voet van Rotterdam Noord naar het Internaat ben komen lopen.
Toen was ik op op bezoek geweest bij Aimee Katz (een vriendin van de dochter van Jabaaij).
Het openbaar vervoer reed niet meer en een taxi was ook nog al prijzig.
Rond een uur of 02.00 belde ik aan (zonder avondpermissie) en ik zie Dhr. Jabaaij nog staan op het balkon toen hij de sleutel naar beneden gooide en de woorden sprak "u weet het wel zeker". De volgende dag was de uitspraak: 14 dagen strafcorvee.

Het was een leuke tijd met ups en downs. Uiteindelijk heb ik 7 jaar van m'n 16de tot en met m'n 23ste doorgebracht in het internaat. Je mag wel zeggen dat het volwassen worden daar heeft plaatsgevonden en dat is toch niet niks.
Het heeft toch een flinke indruk bij me achter gelaten.