Herinneringen van Rient Menger

Samen met Jan Pampiermolen en Andre van Asch kwam ik in 1963 in dienst bij PTT post. Rotterdam was een grote puinhoop i.v.m. de aanleg van de metro. De komende jaren zou dit ook zo blijven. Jaren later toen ik weer eens terugkwam kon ik de Coolsingel weer in oude glorie zien. De Laurenskerk lag nog in puin. Na herstel werd dit weer een prachtige kerk. De conducteur van lijn 3 (toen nog aanwezig) zag wel aan je neus dat je naar het internaat moest en wilde bij de Westzeedijk wel een seintje geven.
Voordat je in Rotterdam terechtkwam kreeg je thuis bezoek van een sociaal werkster (in dienst van PTT) die je ouders kwam vertellen wat hun zonen te wachten stond. Ze vertelde dat het niet de bedoeling was lang in het internaat te blijven want het was een soort eerste opvang voor jongens die nog geen kosthuis hadden.
In het internaat aangekomen heb ik nooit meer iets van deze regel gehoord. Je vader zou wel gek zijn om zijn broodwinning op het spel te zetten. Een aantal dingen die ook mij te binnen schoten zijn al verwoord. Kom ik dus niet meer op terug.

Oeroeboeroe: Hoe kwam Piet aan zijn bijnaam? In die tijd was er een kinderserie op tv of radio getiteld “ Paulus de boskabouter”. Eén van de stripfiguren was een kleine dikke uil met een bril op. Toen Piet voor de eerste keer zijn neus in de eetzaal liet zien riep een biljarter: “Kijk daar nou, daar heb je Oeroeboeroe” en Piet had zijn bijnaam. De dag zou echter nog een flinke staart krijgen. Het was n.l. de gewoonte dat nieuwkomers ‘s avonds de wasbak ingingen. Verstandig was om dit maar lijdzaam te ondergaan. Zo niet Piet. Hij vocht als een leeuw tegen zijn kamergenoten. Lullig was dat hij bij deze worsteling zijn arm brak. Word je Oeroeboeroe genoemd en ben je gelijk al vleugellam.
Vader Ganzeveld reisde spoorslags naar Rotterdam om poolshoogte te komen nemen. Hij bleek een heel aardige man die best een beetje begrip voor het één en ander kon opbrengen, maar de leiding zat er mooi mee in de maag. Het is denk ik in de minne geschikt en Piet kwam, toen hij weer uit het gips was gewoon weer naar Rotterdam in het internaat. Het wasbak ritueel werd afgeschaft.

Taptoe Delft: Ieder jaar toen de taptoe nog bestond gingen we met de bus naar Delft.
Vrije universiteit: Het internaat was lid van de VU. Het gebouw stond in het park t.o. de Westzeedijk. Zeer tot verdriet van cultuurminnend Rotterdam zaten er op filmavonden , boekbesprekingen of muziekuitvoeringen en dergelijke, zeker 20 tot 30 in hun ogen vervelende rumoerige, ongeïnteresseerde internaters in de zaal. Menig keer is er dan ook contact opgenomen met Jabaaij of Blom. Maar er veranderde uiteraard niets.
Posttassen controle: Jonge jongens gaan soms niet zo accuraat om met spullen van een ander.
De leiding controleerde regelmatig de bestellerstassen of alle post wel bezorgd was. Was dit niet het geval dan werd je er op aangesproken. Maar als de postale recherche binnenstapte en er werd zoiets geconstateerd volgde ontslag en wel op staande voet. Je werd direct opgespoord (waar je ook was) kon je boeltje pakken en je werd door een rechercheur thuis afgeleverd. Ik heb 4 keer meegemaakt dat zoiets plaatsvond.

Het posthoertje: Jonge jongens ‘s middags vrij, hebben een zee van vrije tijd. In het park was vaak een meisje te vinden van hooguit 14, 15 jaar. Ze woonde ergens bij de Zwarte Paardestraat. Niet gek dus dat er veel contact was met haar en sommige internaters. Ik denk dat ze haar bijnaam niet in praktijk bracht maar dat ze deze bijnaam net als Piet spontaan kreeg. Weinigen kenden volgens mij haar echte naam maar elke internater kende wel haar titel. Ik denk dat ze uit een zwak sociaal gezin kwam, dat onder toezicht van een instantie stond. De politie kwam wel eens aan de deur om dit item met de internaatsleiding te bespreken.

Gedwongen huwelijken: Internaters waren gezonde jongens. Ik herinner me 2 jongens die al op 18/19 jarige leeftijd bij hun vriendin een kind verwekten. Eén van hen was een jongen uit het internaat. Het staat me bij dat zijn vriendin in de kantine stond van bestelkantoor Rotterdam – Oost. Feest was denk ik geen geld voor dus was er een vreugdevolle bijeenkomst in de huiskamer van de ouders van de bruid. Mevr. Jabaaij, Bertus Fox en ik gingen als vertegenwoordiging van het internaat er naar toe. Na afloop namen we gedrieën nog een afzakkertje in een kroeg op het Zuidplein. Nou ja, eigenlijk werden alle drie zo dronken als kraaien. We lieten ons dan ook met een taxi thuisbrengen. Thuisgekomen waren de rapen gaar. Je ouders kregen zo´n knetterende ruzie dat Bertus en ik maar snel de keuken verlieten.

Rijbewijs: Of het bij iedereen gebeurde weet ik niet meer, maar als je je rijbewijs haalde kreeg je van dhr. Jabaaij zijn autosleutels (een groene opel?) en moest je ijs halen op de Lijnbaan. Man, man, helemaal alleen in die grote auto, rijden parkeren enz. Ik was blij dat de wagen weer op de Westzeedijk stond.

De leerlingbestellers bezochten tijdens de opleiding de vormingsschool. Deze stond ergens in west. Doel: het bijbrengen van zeg maar maatschappij leer.
Avondschool: Heel veel internaters hebben geprobeerd hun ULO diploma in avonduren te halen. Maar ja, kennis komt je niet aanvliegen en je moet er wat voor doen. Bovendien een rumoerige omgeving en ‘s morgens vroeg opstaan. Het aantal geslaagden was dan ook zeer klein. Door de directeur van de school werd een presentie/absentenlijst bijgehouden. Bij veelvuldig verzuim werden je ouders ingelicht.
Vakexamens: Kallewaard en Hanenberg haalden hun vakexamens deel 1 en 2 al vóór ze de militaire dienst ingingen.
Land’s End: Onze vaste kroeg was Land’s End op de Westzeedijk. Achter de bar stond o.a Kokkie. Een prachtmeid met zwart haar. We vonden haar heel oud. Ze was vast wel 30 jaar. Ze had altijd een luisterend oor.

Toen ik in 1968 uit militaire dienst kwam was de woningnood groot. In omliggende plaatsen kon je in aanmerking komen voor een voorkeurswoning. Remmelt van Roozendaal, Bennie Westra, Arend Smit en ik kregen een woning in Vlaardingen .
Ben Westra is bij de RET gaan werken. Arend Smit bij NS. Remmelt van Roozendaal is naar Steenwijk gegaan. Ook ik heb jaren lang in Steenwijk gewerkt en Remmelt daar weer ontmoet. Remmelt (Remy) is nog steeds die vriendelijk goedlachse man die hij als jongen al was.

Tot slot:
Veertig jaar bij PTT-Post en later TNT zijn als een zucht voorbijgegaan. Ik heb altijd met heel veel plezier bij dit bedrijf gewerkt en heb verschillende mooie functies mogen vervullen. In 2003 ben ik fluitend met de Vut gegaan. Ik werkte toen als arbeidsanalist bij de afd. organisatie in Zwolle.
Met de vriendin die ik in Rotterdam al had, ben ik inmiddels 42 jaar getrouwd. We hebben 2 zonen gekregen (die al weer tegen de 40 lopen) en 5 kleinkinderen. Na mijn pensionering zijn Jelly en ik lange afstanden gaan fietsen. Je moet dan denken aan fietstochten van ca. 3 - 4 weken tussen de 2000 en 3000 kilometer. We zijn nog steeds Europees gebleven. Nemen evenwel de fiets ook mee in het vliegtuig en fietsen van die bestemming naar huis terug. Ook de North SEA Cycle route (Nederland-Duitsland-Denemarken-Noorwegen-Engeland-Boijl is ons niet vreemd.
Twee jaar geleden werd er bij ons aangebeld en stond Jan Pampiermolen voor de deur. Hij was ook op zoek naar een stukje verleden en zocht mij op. Jan heeft nog steeds een jongensachtige uitstraling en het was een plezier hem weer te ontmoeten. Gait Kolste is niet meer bij ons, maar dat hebben jullie vast wel gehoord.

Bij het zien van de foto's schoten Rient niet alleen veel namen maar ook nog wat kleine dingen te binnen. Ik zet ze hieronder. Toen ik Zwolle werkte kwam ik Nico van Mierlo weer tegen. Hij was de eerste kantoorhouder van Lelystad. Lelystad, toen nog allemaal modder en de stad was in aanbouw. Hij kan hierover prachtige verhalen vertellen.

De juffrouw op de foto bij afscheid Blom was mevrouw Brand. Op één of andere manier ontstond er tussen de fam. Jabaaij en mevr.Brand een meningsverschil of verschil van inzicht in de dienstuitvoering. Gevolg: mevr.Brand ging en Grada zorgde sindsdien voor de pot.

In militaire dienst kwam ik Pierre Scholten weer tegen. We dienden bij de marechaussee. Pierre heeft ontslag genomen en is beroeps geworden. Het ligt in de rede dat hij bij de politie is gaan werken.

In Nunspeet kwam ik Rob Bogers tegen. Rob vertelde dat hij verkering had gehad met de dochter van Dhr. en Mevr. Jabaaij. (Reactie: helemaal waar)

De zanger op een foto bij Sinterklaas is Piet van Loon. Piet is bij de NS gaan werken.

Op een kerstfoto Jan Iewema. Jan was verbaal heel sterk. Zeg maar rustig dat hij een grote bek had. Terwijl wij in de kroeg zaten bakte hij met mevr. Jabaaij een cake. We zeiden ook wel eens tante Iewema. Een prachtkerel trouwens en een heel goede besteller. Hij had destijds een zwarte volkswagen. Nico Dijkema en ik zijn (omdat we kort voor ons rijbewijs stonden) om de beurt rijdend een keer noordwaarts naar onze thuisbasis gereden.

Tijdens één of andere meeting waar ik was, werd een instructiefilmpje vertoond waar Herman Arendshorst een rol had. Het was op een afd. inklaring of pp. Ik weet het niet meer. Leuk was wel Herman weer te zien.

Op een kerstfoto Douwe Schiphof. Douwe is conducteur bij NS geworden. Menigmaal heeft hij mijn kaartje geknipt. Uiteraard hadden we het dan ook over het internaat.

Arie van Dam kreeg elke dag een brief van zijn vriendin. Sloeg nooit over. Jan Bijl is in Wolvega terechtgekomen, en is ook daar met pensioen gegaan. Jan is nog steeds een rustige kerel.