Het Posthuis

Een verhaal van Harry van de Lisdonk

In 1960 (ik was toen 15 jaar) ben ik begonnen als leerling besteller bij de P.T.T. in Rotterdam.
Wij als leerlingen werden ondergebracht in het Internaat Het Posthuis. Omdat het Internaat op de Westzeedijk nog niet klaar was, werden wij
zo lang gehuisvest in het oude stationsgebouw aan de Conradstraat.
Dat lag naast het Groothandelsgebouw.
Het gebouw was oud, maar wel gezellig. Beneden was er een hele grote ruimte waar men kon sporten, zoals Badminton, Volleybal enz. enz.
Dan had men galerijen waar de slaapkamers de keuken en de eetzaal zich bevonden. Alles stond onder leiding van Dhr. en Mevrouw Jabaaij
en Dhr. en Mevrouw Blom. Ook de kleine dochter van Jabaaij huppelde toen al rond. Ze was toen 5 jaar en een vrolijk meisje.
Mevrouw Jabaaij had de leiding in de keuken en kon heel goed koken. Omdat ik van te voren een koks opleiding heb gehad, was ik daar ook
regelmatig te vinden. Dat gebeurde meestal wanneer men geen theorie lessen had, maar praktijk.
Als wij praktijk hadden, gingen we naar de expeditie, inklaring, bestelling en met Sinterklaas en Kerstmis werden we meestal toegevoegd aan de
pakketpost en mochten we met een chauffeur mee en dat vond ik heel leuk.

Na een tijdje in het oude station hebben geslapen en gegeten gingen we verhuizen naar het nieuwe Posthuis aan de Westzeedijk.
Hoe de verhuizing gegaan is, dat weet ik niet. Ik dacht tijdens de vakantie.
Het zag er allemaal prachtig uit. Een gezellige eet- en recreatieruimte, mooie slaapkamers en douches. Ook hier was ik regelmatig in de keuken te zien en de kleine dochter liep hier ook weer vrolijk rond.
Dat was weer een heel andere ervaring. Het was nu wel een eindje weg van het station en het hoofdpostkantoor. Om daar te komen moesten we met de tram, want een ander vervoermiddel hadden we nog niet.
Het was wel een mooie omgeving. Vlak bij de haven en de Euromast.
Nadat we geslaagd waren voor het bestellersdiploma en wij een wijk in Rotterdam kregen toegewezen, konden we of moesten wij Het Posthuis verlaten, omdat we ’s morgen dikwijls heel vroeg op moesten. Maar dit weer ik niet zeker meer.
In ieder geval heb ik Het Posthuis toen verlaten en kwam terecht in de Grote Visserijstraat, bij de fam. Jansen. Deze mensen waren al oud en hadden een sigarenwinkel.
Ik was daar samen met Hennie Martens. Hennie was toen een goede vriend van mij. De Grote Visserijstraat was maar voor korte duur. Wij waren te druk en het vroeg opstaan voor ons werk dat deed de heer des huizes niet goed.
Hij moest voor ons de deur open maken, omdat wij geen sleutel kregen.
Zo moesten wij ook als wij van het weekend weer thuis kwamen zeker om 23.00 uur binnen zijn, anders kwamen wij er niet meer in.
Ik heb een keer bij het Leger des Heils geslapen en dat was voor mij de bekende druppel.
Ben toen alleen naar een ander gezin gegaan, naar de fam. Hersbach in de Nicolaas Beetstraat. Dat was om de hoek in Spangen. De fam.Hersbach waren hele leuke en gezellige mensen waar ik het goed naar mijn zin had.
Waar Hennie Martens toen is gebleven dat weet ik niet meer. Die hoop ik zeker op de reünie te zien,zodat ik hem dat kan vragen.
Ik ben besteller geweest in Rotterdam Zuid en in Rotterdam West.
Ben ook nog lid geweest van de Postharmonie.
Eind 1963 of begin 1964, dat weet ik niet precies meer heb ik Rotterdam verlaten.
Kon toen in mijn eigen stad in Tilburg bij de P.T.T. Beginnen.

Ik wil dit nog even zeggen dat ik in Rotterdam en zeker in Het Posthuis een zeer leuke tijd heb gehad en daar ben ik de fam. Jabaaij en Blom nog steeds zeer dankbaar voor.
Die tijd zal altijd in mijn herinnering blijven.

Harrie van de Lisdonk.